WOB

Informatieverzoek RijnlandRoute (vervolg)

Hoe verschillend overheden kunnen reageren op een informatieverzoek via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) hebben we gemerkt nadat wij informatieverzoeken verstuurden aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leiden, Voorschoten en Wassenaar. We onderzoeken waarom de verbindingsweg N434 tussen de A4 en de A44 met een boortunnel onder Voorschoten wordt aangelegd en deze bij Leiden in een open bak langs de wijk Stevenshof gaat. Welke inspanningen heeft de gemeente Leiden gedaan om de belofte dat de bewoners van de Stevenshof de RijnlandRoute niet zouden horen, zien of ruiken, na te komen?

Het ministerie reageerde drie dagen na ontvangst van ons verzoek met een uitnodiging om te komen overleggen. Niet lang daarna volgde de provincie Zuid-Holland met een soortgelijk verzoek. Doel van deze overleggen was om te zien of ons verzoek kon worden gespecificeerd om het aantal op te vragen documenten in te dammen.

Ministerie IenW
De heer Leferink geeft aan dat het besluit om een tunnel te realiseren een besluit is geweest van de provincie. De minister subsidieert het project en maakt het met het nemen van tracébesluiten en een subsidiebeschikking mede mogelijk, maar is inhoudelijk niet betrokken bij de keuze voor een tunnel. Die ligt immers in het provinciale deel. De gesprekken tussen IenW en de provincie gingen over de bekostiging van de RijnlandRoute en de (financiële) risicoverdeling. De provincie wilde namelijk de realisatierisico’s delen en IenW heeft eraan vastgehouden dat de RijnlandRoute in de kern een provinciaal project is.
Leferink stuurde ons relevante documenten toe waarin een en ander duidelijk werd over de rol van het ministerie, waarna het Wob-verzoek administratief kon worden afgehandeld. Dat betekent dat we ons Wob-verzoek intrekken.

Provincie Zuid-Holland
Het overleg bij de provincie verliep iets anders. Na een korte kennismaking stelde de Wob-ambtenaar dat onze vragen mogelijk beantwoord zouden worden in de documenten die openbaar zijn geworden naar aanleiding van veertien eerdere Wob-verzoeken. Als dat niet (volledig) het geval zou zijn, zouden we een aangepast en meer gepreciseerd Wob-verzoek kunnen doen naar overige gewenste informatie. 
In deze toegestuurde documenten werd niet volledig antwoord gegeven op onze vragen en we hebben dan ook het initiële Wob-verzoek gehandhaafd. De provincie heeft het beantwoorden van het Wob-verzoek verdaagd met vier weken.

Gemeente Leiden
Een paar dagen voor het verstrijken van de eerste beslistermijn (vier weken) kregen we ook een uitnodiging van de gemeente Leiden om te komen overleggen. De heer Jochems vertelde dat bij de gemeente meer dan 7000 documenten beschikbaar zijn die betrekking hebben op de RijnlandRoute. In het overleg zijn we overeengekomen dat de gemeente een inventarislijst zou opsturen, waarin wij konden aangeven welke documenten we willen ontvangen. Dat is inmiddels allebei gebeurd; we hebben een lijst gekregen en de gewenste stukken aangevinkt. Nu zal hij samen met een jurist bepalen welke openbaar kunnen worden gemaakt en welke delen van de te verstrekken documenten dienen te worden 'gelakt'. Ook de gemeente Leiden heeft de beslissing over het Wob-verzoek vier weken verdaagd.

Gemeenten Voorschoten en Wassenaar
Het Wob-verzoek bij deze twee gemeenten wordt behandeld door één ambtenaar, de gemeenten hebben een gezamenlijk ambtenarenapparaat. De heer Kromhout van der Meer stond ons te woord en wil graag helpen met het verstrekken van informatie. Daags na ons overleg stuurde hij al een uitvoerige lijst met gemeenteraadsinformatie over de besluitvorming rond de aanleg van de RijnlandRoute. 
 
Waar staan we nu?

Het is nu afwachten welke documenten de verschillende overheden ons gaan opsturen en hoe veel en wat in deze documenten afgedekt gaat worden. Sowieso zullen de documenten worden geanonimiseerd. We verwachten eind maart een deel te ontvangen, maar het kan zijn dat de Wob-ambtenaren meer tijd nodig hebben.